Aswoensdag A 2011

Waarom doen we niet wat we zouden willen doen, maar doen we wat we niet zouden willen doen? Waarom jagen we dingen na, en kunnen we niet rustig wachten totdat de tijd rijp is en het vanzelf naar ons toekomt. Ik wil met u nadenken over de uitspraak van Jezus uit het Evangelie van zondag anderhalve week geleden: “Zoek eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid, dan zal dat alles u erbij gegeven worden”.

 

Hoe komt het dat we dit advies van Jezus maar zo moeizaam opvolgen en wij allen samen ons niet honderd procent inzetten voor een rechtvaardige samenleving, waarin God wordt geëerd en de naaste wordt bemind, in het vertrouwen dat al die dingen die we in de moderne wereld zo leuk vinden er ook komen, misschien wat later, maar met veel meer vreugde en voldoening.

 

Het beroemde verhaal in het paradijs, de mens bij de boom en de listige slang die twijfel zaait. Dat verhaal getuigt van diep psychologisch inzicht. Wat is die twijfel? Eerst zegt de slang: Mag je dan van geen van die bomen eten? O, jawel, zegt Eva, we mogen alleen niet eten van de boom daar in het midden van de tuin, want dan gaan we dood. Het antwoord dat de slang geeft is dodelijk: God weet dat jullie ogen opengaan en dat je aan God gelijk wordt.

 

De twijfel die hiermee in het hart wordt gezaaid is dit. Je denkt en gelooft dat God goed is, maar God is niet goed. Je denkt en gelooft dat God je zal geven wat je nodig hebt, maar dat doet God niet. Je denkt en gelooft dat God de waarheid spreekt, maar dat is niet zo. God zal het je niet geven. Je moet het zelf pakken. Alles wat je denkt en gelooft is een leugen. God gunt je niet wat je zo graag wilt, dat je aan God gelijk wordt. Pak die vrucht.

 

Nemen, pakken, je toe-eigenen. Dat staat haaks op geloven, vertrouwen en wachten op wat God geeft. Aan dat nemen, pakken en je toe-eigenen ligt angst ten grondslag. Angst dat jij minder krijgt dan anderen. Angst dat je niet alles krijt wat je zou willen. Angst dat als je het niet zelf pakt, een ander je voor is zodat je het niet krijgt. De slang heeft die angst macht gegeven.

 

En die angst is dodelijk. Maar juist die angst is de basis voor de moderne economie. De laatste nieuwe telefoon, die moet je hebben, noem maar op. We kunnen niet wachten, hebzucht wordt gestimuleerd in plaats van getemperd. Helaas heeft de kerk in het verleden met dat gebruiken van angst meegedaan. Angst voor de hel, angst voor de kleinste zonden. Het werd versterkt, in plaats van geloof en vertrouwen in God. Het is een mechanisme. Huwelijken die ooit verkeerd zijn gestart, bijvoorbeeld uit angst over te blijven. Oorlogen die begonnen zijn uit angst macht en invloed te verliezen. Vandaag op Aswoensdag zou het zinvol zijn om te zoeken waar wij uit een verborgen angst denken en beslissen.

 

Jezus zegt: “Zoek eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid, dan zal dat alles u erbij gegeven worden”. In dat licht willen we nu zijn adviezen van het Evangelie van vandaag zien. Doe geen gerechtigheid om de aandacht te trekken. Daarmee verspeel je het loon van de hemel, zegt Jezus. Daar ligt precies het probleem. De valkuil is: liever nu de aandacht en de waardering binnenhalen dan wachten op het loon in de hemel. Om erop te vertrouwen dat God je zal belonen, wat voor Jezus vanzelfsprekend is, dat is zeker voor mensen van de 21e eeuw erg moeilijk geworden.

 

Als je een gift geeft aan een goed doel, roep het niet rond om waardering te krijgen. Laat je aalmoes in het verborgene blijven. Je Vader in de hemel zal het je vergelden. Om dat te kunnen moet je dus veel op God vertrouwen. Dan moet je die angst overwinnen, de angst dat mensen het niet weten en mensen je niet zullen roemen en prijzen. Vertrouwen op God.

 

Tegelijk toch ook de goede dingen van de kerk laten zien. Een goed geweten helpt ons het evenwicht daarin te vinden, maar het begint bij vertrouwen. Geen naïef vertrouwen zonder verstand en zonder wijsheid, maar vertrouwen dat gepaard gaat aan wijsheid en geloof, vertrouwen dat aansluit op inzicht en de ervaring dat als je kunt wachten God je laat zien waar Hij mee bezig is.

 

Deze veertigdagentijd is een uitnodiging om meer de binnenkamer in te gaan, los te komen van de mateloze stroom aan prikkels die ons afhankelijk maakt. In de binnenkamer thuis, hier in de kerk, maar vooral ook in de binnenkamer van ons hart. Om daar te bidden en in communicatie te treden met God. Het is de Heilige Geest die ons leert geloven en vertrouwen dat God ons zal geven wat nodig is. De Heilige Geest helpt ons de angst en het wantrouwen te overwinnen en anders in het leven te staan. Door de Heilige Geest kunnen we dit woord van Jezus waarmaken: “Zoek eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid, dan zal dat alles u erbij gegeven worden”.

 

We ontvangen zo meteen het askruisje als een teken van bekering. Dan gaat het over omkeren, losmaken uit de stroom van de wereld die het geluk kost wat kost probeert te grijpen en het juist daardoor nooit bereikt. Omkeren, terug naar het vertrouwen op God, dat als we goed doen, zonder eigenbelang, vol vreugde en vertrouwen, God ons alles geeft wat we nodig hebben en nog veel meer. Bekeert u en gelooft in het Evangelie. Geloven in die blijde Boodschap dat God van ons houdt en ons het Eeuwig geluk belooft. Amen.