5e zondag in de vasten A (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 185 niet laden

lieve mensen,

een tijdje geleden werd ik geroepen voor een afscheidsritueel bij een oudere dame wiens toestand plots fel achteruit was gegaan. Familie was er niet (of kon niet bereikt worden), de vrouw was in coma, er stond een Lourdesbeeldje op de nachttafel ... samen met haar buur in het andere bed heb ik haar toen de ziekenzalving gegeven. De volgende dag ging ik opnieuw langs om te vragen hoe en wanneer ze gestorven was, maar ze bleek springlevend, het verhaal van een gelukte reanimatie. Ze was dankbaar voor mijn gebeden maar zei al lachend: "volgende keer minder hard bidden want eigenlijk was ik gisteren liever gestorven." Het was het begin van een diep en mooi gesprek over haar ziekte, 't feit dat ze moegestreden was, de familie, enfin, op korte tijd vertelde ze me heel haar leven. Ik zei dat ik blij was dat ik haar had leren kennen, mocht ze gestorven zijn, dan hadden we zo'n mooi gesprek niet meer kunnen hebben. Waarop ze zei: "Wil je toch maar bidden dat ik vlug zou mogen sterven." Haar vraag liet mij in de uren en dagen nadien niet meer los. Bij één van de volgende bezoekjes vroeg ze: "Waarom wilt die van hierboven me niet ?" Ik zag de foto van wat waarschijnlijk haar kleinkinderen waren op de nachttafel en zei in een ingeving: "Heb je al van hen kunnen afscheid nemen ?" "Ik kan het niet en wil het hen niet aandoen", was haar kort antwoord. "Misschien ligt hierin een stukje antwoord op je vraag waarom je hier nog bent", zei ik voorzichtig. "Afscheid nemen is niet gemakkelijk. Maar we willen je daarin helpen als je 't wilt." Het was de aanzet tot een intense begeleiding met heel veel diepe, emotionele maar wondermooie momenten tussen die vrouw en haar kleinkinderen. Leven in het aanschijn van de dood kan heel intens en beklijvend zijn. Een week later heeft de Heer haar gebed verhoord en iedereen had er een goed gevoel bij. En de kleinkinderen zullen niet verweesd of onthutst achterblijven. Een verhaal tussen leven en dood zoals het verhaal dat we zopas in het Evangelie mochten beluisteren. Waarbij voor mij niet de gelijkenis is, zoals je misschien zou kunnen denken, dat het gaat om twee mensen, die dame en Lazarus, die uit de dood gereanimeerd zijn. Wie zich op het heropwekken uit de doden blindstaart heeft er niets van begrepen. Trouwens in het Evangelie is Jezus en zijn gesprek met de twee zussen, Maria en Marta, veel belangrijker dan wat er met Lazarus gebeurt. We krijgen hier een voorafspiegeling van wat er op Pasen met Jezus zal gebeuren; Johannes, de Evangelist is zo vriendelijk om nu al, 14 dagen op voorhand een tipje van de sluier op te heffen. Waarmee hij ook wil zeggen dat verrijzenis, het nieuwe en volle leven niet iets is van hierna, maar hier en nu reeds in het leven voor de dood zichtbaar is. Het is één van de grootste misvattingen dat het volle en vervulde leven, "het eeuwige leven" pas na de dood zou beginnen. Dat wil Jezus aan Maria en Marta duidelijk maken, ik geef toe, niet in de gemakkelijkste bewoordingen en daarom probeer ik het met een verhaal uit dit huis duidelijk te maken. Het ‘volle leven' wat is dat dan ? Het zijn de momenten van intens en diep geluk, zoals ik ze bijvoorbeeld mocht meemaken tussen die dame en haar kleinkinderen in die week van afscheid nemen: de wederzijdse dankbaarheid gezegd en getoond om de liefde en zorg aan elkaar gegeven, het bijleggen van misverstanden, de lach en de traan.

Eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat er zoveel andere situaties zijn van ‘geen leven': geschonden of tekortgeschoten leven, van geluk niet of nooit gekend, van gestorven zijn lang voor sterfdatum, leven dat geen leven (meer) is. Ik denk aan die vader die eigenlijk is opgehouden te leven nadat zijn enige zoon verongelukt is. Hij was een levende dode en zag er ook zo uit en niets of niemand is er ooit in geslaagd hem nog één dag geluk te geven. Over al die mensen gaat de eerste lezing (en ook het lied van W. Vermandere, Die laatste dag cd:Onderweg). De profeet Ezechiël verwoordt Gods zorg en bekommernis, zijn belofte van opstanding en nieuw leven. Onze aandacht, gebed en zorg kunnen niet anders dan uitgaan naar alle dode levenden: kijken en zien waar wij leven kunnen brengen of waar we wat belet om te leven kunnen wegnemen. Want het ‘volle leven' dat is iets van hier en nu en niet alleen van hierna.