×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Het verhaal van Jezus' opdracht in de tempel stelt voor de hedendaagse lezer nogal wat obstakels. Het gaat om een ritueel dat wij vandaag niet meer kennen: een moeder moet na haar bevalling ‘gereinigd' worden en daarvoor is een aangepaste ritus voorzien. Bovendien wordt de pasgeboren Jezus ‘aan de Heer opgedragen'. Dat is door de wet niet vereist, maar door het te vermelden wil de evangelist aangeven dat Jezus' ouders heel nauwgezet de opdracht vervullen die zij van God hebben gekregen. Zo wordt Jezus helemaal in de traditie van zijn volk opgenomen.

Men moet Jezus niet al te vlug tegenover zijn eigen (joodse) volk willen plaatsen. Toegegeven, Hij zal met zijn volksgenoten in conflict komen, maar toch blijft het waar dat Hij uit dat volk voortgekomen is en in de eerste plaats naar ‘de verloren schapen van Israël' gezonden wordt. In de studie van de Schrift is men sinds enkele decennia veel meer aandacht gaan besteden aan Jezus' joodse wortels. Zo kunnen we Hem inderdaad beter begrijpen.

Dat ietwat vreemde ritueel (offer incluis) speelt zich af tussen mensen die vol verlangen uitzien naar ‘de vertroosting van Israël' (Simeon) en ‘de bevrijding van Jeruzalem' (Hanna). Juist die mensen zien in dat kleine kind de beloofde Redder. Dat is profetie van het zuiverste gehalte. Profeten zijn geen waarzeggers die de toekomst kunnen voorspellen. Veeleer hebben zij de gave om God aan het werk te zien in wat nu gebeurt. Om dat te kunnen moeten zij ook werkelijk naar God verlangen. Het verhaal van Jezus' opdracht in de tempel zindert van verlangen naar Gods reddende komst.

Ik neem aan dat hedendaagse toehoorders niet vlug geneigd zijn zichzelf profetische gaven toe te dichten. Dat is maar goed ook. Christelijk geloof heeft niets te maken met paranormale verschijnselen en dito begaafdheden. Wel heeft het alles te maken met verlangen, met hoopvol uitzien naar Gods komst. Durven te verlangen, tegen alle nuchterheid in, dat God ons niet in de steek laat. Dat is zonder meer noodzakelijk opdat God iets zou kunnen doen in de wereld. Met mensen die niets van Hem verwachten, kan Hij niets aanvangen. Dat zal ook zo zijn wanneer de volwassen Jezus gaat rondtrekken. Alleen bij wie oprecht uitziet naar redding van Godswege, kan Hij effectief iets teweegbrengen.

Simeon dankt omdat hij het heil heeft mogen aanschouwen. Nu vraagt hij om in vrede te mogen gaan. Let wel: Simeon voorspelt niet in detail wat Jezus allemaal zal doen. Maar hij heeft licht gezien. En dat volstaat. God is Licht.

Bij nader toezien heeft dit vreemde verhaal van Jezus' op-dracht in de tempel dus ook voor hedendaagse lezers heel wat te bieden. Verlangen naar Gods redding, zien dat Hij inderdaad onder ons komt, en daar dankbaar voor zijn: het zijn de grondhoudingen van iedere gelovige. Of moet ik zeggen: dat zouden de grondhoudingen van iedere gelovige moeten zijn?